Friday, May 9, 2014

Rood-wit-blauw maar dan anders

Door onze correspondent Kees Broere

De flessen met anderhalve liter mineraalwater zijn de populairste producten in het Nederlandse kamp. Hoeveel manieren Malinezen ook hebben om over het klimaat in hun noordelijke woestijn te praten, één woord volstaat: snikheet. Temperaturen boven de 50 graden zijn geen uitzondering. Op posters wordt de militairen aangeraden vooral veel water te drinken. Tussen een en drie uur ‘s middags, op het warmst van de de dag, dag, kan rust in acht worden genomen. De gevoelstemperatuur is volgens de militairen ver boven de 60 graden.

Hij pakt er een stoeltje bij om met vlechtdraad de bekleding van een stoeltje te maken. Zittend gaat dat flu eenmaal makkelijker. Een ‘luxe fauteuil’ kun je zijn kleurrijke product niet noemen, maar gerieflijk is het zeker. En voor Mahmoud Mayaki, de stoelenmaker, vooral ook: winstgevend.

Mayaki werkt in een straat in het centrum van de Noord-Malinese stad Gao waar tegenwoordig regelmatig een Nederlander te bespeuren valt. Een militair welteverstaan, iemand die werkt binnen het Nederlandse contingent voor Minusma, de VN-vredesmacht voor Mali. De nieuwe lichting blanken geeft de lokale economie een zetje.

Bijvoorbeeld met de aankoop van honderd stoeltjes en 25 tafels voor de ‘bar’ in het Nederlandse kamp Castor. Het is de plek waar frisdrank en alcoholvrij bier wordt verkocht en waar de nu circa driehonderd militairen kunnen uitrusten, een pijltje kunnen gooien, of op een van de twee televisieschermen naar een rechtstreeks Nederlands programma kunnen kijken.

Een week geleden ontving luitenant-kolonel Nicole de Wolf, de nieuwe commandant, de symbolische sleutels van kamp Castor. Zij verklaarde de plek bewoonbaar’ en hoopt dat deze bij haar vertrek over vier maanden geheel in werking zal zijn. Dan moeten er zo’n 450 militairen en materieel zijn, zoals vier Apache gevechtshelikopters en drie Chinooks, de transporthelikopters.

Op het terrein wordt met name voor de komst van de heli’s nog flink gebouwd, door Nederlandse genisten en in Gao ingehuurde arbeiders. Kapitein Wouter Eidhof is de architect en mede-opzichter. Hij vertelt hoe hij het kamp ziet groeien en steeds meer te weten komt over de Malinezen voor wie de Nederlandse bijdrage aan de VN-missie in eerste instantie is bedoeld.

‘Stel dat we spijkers en ander klein bouwmateriaal nodig hebben. Dan rijden we met een groepje naar het centrum, ergens op een hoek. Daar weten ze inmiddels wie we zijn. We vertellen welke spullen we nodig hebben, mensen springen op hun brommertjes, en niet lang daarna komen ze met alles aanzetten wat we nodig hebben. En dan begint het onderhandelen over de prijs. Het gaat op een heel eigen manier. Maar het werkt wel!

Van patrouilles, die horen bij het inlichtingenwerk waarvoor de Nederlanders door de VN zijn gevraagd, komt het nog weinig doordat flog niet alle mensen en spullen zijn gearriveerd. Maar door al kennis te maken, zeggen de Nederlandse militairen al het nodige van de bevolking te weten te komen. ledereen prijst ‘de openheid’ die de inwoners van Gao tentoonspreiden.

Twee mannen en een vrouw, leden van de Nederlandse militaire politie, gaan Gao-stad in om het terrein beter te leren kennen. In het even drukke als stoffige centrum stappen ze uit om een praatje te maken. Onmiddellijk komen kinderen en volwassenen op hen af. In de hoop iets te vangen, of om - bij gebrek aan toeristen - een sieraad te verkopen. Maar ook om te praten over de situatie in hun woonplaats.

‘Toen de extremisten hier nog de macht hadden’, zegt Adama Mathias, doelend op de jihadi’s die vorig jaar in Noord-Mali de scepter zwaaiden, ‘werd ik steeds bedreigd, wilden ze niet dat ik met mijn eigen vrouw praatte en mochten we nergens meer heen. Nu is het hier kalmer. Ik ben blij met de Fransen, die ons hebben bevrijd. En ik ben nu blij met de komst van de Nederlanders. Het geeft ons weer hoop.’

Mathias heeft meer zicht op de militairen in zijn stad dan de meeste inwoners van Gao. Voor velen is een Nederlandse vlag op een militair tenue niet meer dan een Franse vlag die een kwartslag is gedraaid. Maar iedereen merkt dat Gao sinds de komst van de Fransen en Minusma vrediger en veiliger is. Al blijft er sprake van een broze situatie, zoals met de raketinslagen bij het Nederlandse kamp, in de nacht van woensdag op donderdag, opnieuw is bewezen.

Artikel uit de Volkskrant van 9 mei 2014

No comments:

Post a Comment