De Nederlandse bijdrage aan Minusma, de VN-vredesmacht van de Verenigde Naties in Mali, bestaat uit inlichtingenwerk. Leider van het team majoor Rob Herzog (55) spreekt voor het eerst over zijn werk in het noorden van Mali.
Van onze correspondent Kees Broere
Vredemissies van de Verenigde Naties hebben altijd gewerkt met eenheden die informatie verzamelen. Maar nieuw aan Minusma is dat deze missie zogeheten 'intel-led' is: het verzamelen van informatie en het vertalen daarvan in inlichtingen vormt de basis voor het werk van zowel de militaire als de civiele medewerkers.
Wat precies is uw functie binnen het Nederlandse contingent van Minusma?
'Ik leid de ISR-compagnie. Dat staat voor Information, Surveillance en Reconaissance. Onder mij werken zestig mensen. Daarnaast werken we samen met zo'n negentig leden van het Korps Commandotroepen KCT en het Apache-detachement en straks hun vier gevechtshelikopters. Dat Nederland de informatie- en inlichtingeneenheid binnen Minusma leidt - want we werken met meer VN-eenheden samen - geeft ons een unieke positie.
'Minusma is hier op de eerste plaats om de regering van Mali, inmiddels nieuw gekozen, te helpen in de wederopbouw van het land. Met name in het noorden, dat eerder door radicale islamieten bezet is geweest. Wij kijken eigenlijk voor Bert Koenders, het civiele hoofd van Minusma, en voor de militaire commandant naar de vragen die hier spelen. Zoals: wat zijn de jihadisten in dit gebied nog van plan? Vervolgens leveren we hun ook de antwoorden daarop. Zodat zij steeds beter kunnen voorspellen wat hier gaat spelen, welke kant het opgaat.'
U verstrekt inlichtingen over jihadisten, maar gaat niet op hen 'jagen'. Dat doet de Franse krijgsmacht. Maar die opereert buiten Minusma en staat er niet om bekend infomatie te delen. Frusteert u dat niet?
'Ik wil mij hierover enkel neutraal uitlaten. Ik werk niet samen met de Fransen. Dat is een feit. Zoals de Fransen zeggen: c'est la vie.'
Hoe gaan uw mensen te werk?
'We kijken op veel verschillende niveaus naar veel verschillende dingen. Dus niet alleen naar mogelijke acties van islamisten, maar ook naar de bredere politieke, economische en maatschappelijke kwesties die in Gao en omstreken leven.
'Soms zullen kleine groepen special forces een dag of tien op missie zijn in de woestijn. Ik heb uiterst geavanceerde apparatuur tot mijn beschikking, de Apaches generen informatie, maar ik heb ook mensen die net zo goedkoop zijn als u: die gewoon met een pen en een bloknootje aan de slag zijn. Dat gebeurt dus hier in de stad en omgeving en niet 'achter de linies' van vijandelijke groepen, want dergelijke linies bestaan gewoon niet.
'We verzamelen zo veel mogelijk informatie, brengen die hier binnen, analyseren die en spelen een hopelijk inzichtelijk geheel van inlichtingen door aan de leiding van Minusma in de hoofdstad Bamako. Nogmaals: als hulp bij de wederopbouw van dit land. Mali is echt een straatarm land. Ik vind het een goeie zaak dat wij hier helpen. En ik vind dat ook in ons eigen Nederlandse belang, zoals de politiek zegt. Het gevaar hÃer van jihadisten kan ook voor Nederland een gevaar zijn.'
En hoe gevaarlijk is het werk voor uw mensen?
'Ik ervaar Gao-stad als een vrije, toegankelijke omgeving, met een vriendelijke bevolking. In veiligheidstermen: een permissive environment, ook al gaan we nu eenmaal volgens de VN-regels altijd met onze wapens de poort uit. Als ik in de stad kom, gewoon zoals nu in mijn militaire kleding, word ik door de mensen op straat op een prettige manier benaderd. Mensen zeggen dat ze iets van Nederland weten - nou ja, dat ze Nederlandse voetballers kennen en dat ze blij zijn met onze militaire aanwezigheid hier. Buiten Gao-stad, en niet eens zo heel ver hiervandaan, zijn zeker gebieden waar het gevaarlijk kan zijn. En ja, ook daar zullen wij dus werken. Maar ik ben ervan overtuigd dat mijn mensen hier veilig zijn.'
U wilt bijdragen aan een stabiel Mali. Gaat de missie dat doel halen?
'Ja, ik denk het wel. Ik merk dat hier ook groepen zijn die verzoening willen. En dat die beseffen dat ze daaraan enkel deel kunnen hebben als ze om de tafel gaan zitten om met de regering een oplossing te vinden. Of dat al op de korte termijn gaat lukken, daarover kan ik geen zinnige voorspelling doen. Maar ik denk niet dat het gaat slepen, zoals in het voormalige Joegoslavië.'
Artikel uit de Volkskrant van 5 mei 2014
No comments:
Post a Comment